bruisende zaken

Drogenapstoren

Drogenapstoren

31-10-2018

De Drogenapstoren is van oorsprong een middeleeuwsestadspoort. ‘s Avonds wordt hij prachtig verlicht, en terecht. Dat deze toren er nog steeds staat is heel bijzonder.

In de middeleeuwen kwamen de belangrijkste toegangswegen naar Zutphen uit bij stadspoorten. Bij een stadspoort kon een poortwachter toezicht houden op wie/wat de stad binnenkwam of uitging. Stadspoorten hadden een naam, bijvoorbeeld de ‘Vispoort’, grenzend aan de Vismarkt. De Drogenapstoren heette bij de bouw ‘Saltpoort’ vanwege de ligging aan de Saltmarkt. Saltmarkt betekent zoutmarkt, later is dat verbasterd tot Zaadmarkt. Vanaf 1555 werd de poort met daarbovenop een toren de ‘Drogenapstoren’ genoemd, naar de stadstrompetter Thonis Drogenap die daar woonde

De Saltpoort is gebouwd van baksteen en natuursteen. Het poortgebouw is vierkant en heeft dikke muren. Daarbovenop staat een achtkantige toren met een hoge spits. Deze is gedekt met leien, dit zijn dunne platen leisteen. De toren is omringd door een omloop met kantelen. Op de hoeken staan vier torentjes, die in de zestiende eeuw korte tijd in gebruik zijn geweest als gevangenis. Het is niet helemaal duidelijk waarom de Saltpoort werd gebouwd. Vlakbij stond namelijk al een poort, aansluitend bij de Spittaalstraat. Waarschijnlijk wilde men alsnog een aparte toegangsweg tot de Saltmarkt. Deze is echter nooit aangelegd en de poort werd in 1465 dichtgemetseld. Daarna werd hij gebruikt als opslagplaats voor goederen en brandstoffen. In de achttiende eeuw werd de spits van de toren vanwege de slechte staat afgebroken, de hoektorentjes volgden later. In de negentiende eeuw werd de stad uitgebreid en de meeste poorten en muren werden afgebroken omdat ze in de weg stonden. De Drogenapstoren is de enige landpoort die is blijven staan. In 1888 besloot de gemeente om de toren te verbouwen tot watertoren. In de toren kwam een enorme metalen waterinstallatie. Het gebouw werd gerestaureerd met herstel van de spits en de hoektorentjes. In 1927 kwam er een einde aan het gebruik als watertoren en de doorgang werd weer open gemaakt. Tegenwoordig mag er iemand in de toren wonen: wie wil dat nou niet? In detail: de poort verdedigen De doorgang onder de toren is de eigenlijke poort. Deze is 4,5 meter breed en ongeveer 5 meter hoog. Als je onder de poort staat zie je boven je een bakstenen kruisgewelf. Als je naar de buitenste doorgang kijkt, aan de ‘veldzijde’ zoals men zegt, dan zie je een spleet in het metselwerk van de boog. Daar doorheen schoof vroeger een valhek dat vanaf een verdieping hoger kon worden neergelaten. Zo konden de burgers bij een plotselinge aanval snel het hek laten vallen om de doorgang te blokkeren

Een poort was altijd een zwakke schakel in de verdediging van de stad. Men deed er alles aan om vijanden tegen te houden. Zo was er aan de buitenzijde van de poort een gracht gegraven, met een ophaalbrug erover. Bovendien had de poort grote zware deuren, die elke avond werden gesloten. Je kunt de ijzeren ‘duimen’ waaraan de deuren opgehangen waren nog zien zitten. Als vijanden er in slaagden om over de gracht tot bij de deuren te komen dan probeerden zij met grote koevoeten de deuren omhoog te duwen. Zo wilden zij de deuren uit hun ophangconstructie laten vallen. Gelukkig hadden de burgers een methode om dat te voorkomen. Vlak boven de deuren plaatsten ze stenen die uitstaken. Daardoor konden de deuren niet uit hun duimen gelicht worden. Die stenen kun je aan de stadskant nog steeds zien. Aan de veldzijde zie je nog bouwsporen van deze stenen, hier zijn ze later afgehakt

Verhaal: Een nieuwe bestemming Toen de toren in gebruik was als poort woonde er een poortwachter. Hij kon alarm slaan bij brand of als er vijanden in zicht waren. Vanaf de hoge toren kon hij namelijk ver zien. De poortwachter was in dienst van de stad Zutphen en mocht gratis in de toren wonen. In 1555 (de poort was toen niet meer in gebruik) kwam er een stadsmuzikant uit Groenlo wonen, ene Thonis van Grol. Hij kreeg de bijnaam ‘Drogenap’. Met ‘nap’ kan een drinkbeker of een portemonnee bedoeld zijn. Was hij misschien vaak dronken of had hij weinig geld? In ieder geval heet de toren tot op de dag van vandaag Drogenapstoren. Over Thonis ‘Drogenap’ weten we niet veel. Oude geschriften noemen hem ‘piper’ (blazer) en ‘trumsleger’ (trommelaar). Waarschijnlijk speelde hij bij burgerlijke en kerkelijke feesten. In 1999 werd het ‘Jaar van de Drogenapstoren’ gevierd: het was toen 555 jaar geleden dat de bouw begon, 444 jaar geleden dat Thonis er ging wonen en 111 jaar geleden dat de toren werd verbouwd tot waterreservoir. Bij die gelegenheid maakte de Zutphense kunstenaar Oscar Rambonnet een beeld van Drogenap; het zijn zijn kleren en zijn trompet. Hij heeft geen gezicht omdat we niet weten hoe hij eruit zag. Je kunt erin kruipen en je laten fotograferen! Voor meer informatie: Het Torenproject is een publicatie van de Werkgroep Bouwhistorie, onderdeel van de Historische Vereniging Zutphen.

Voor meer informatie: www.historiezutphen.nl www.zutphenopdekaart.nl www.regionaalarchiefzutphen.nl

Delen


MEER BRUISENDE ZAKEN


EDITIE VAN DE MAAND


bekijk vorige edities


BLIJF ALTIJD OP DE HOOGTE MET DE BRUIST NIEUWSBRIEF

 

Mocht je de nieuwsbrief niet meer willen ontvangen, dan kun je je onderaan de desbetreffende nieuwsbrief eenvoudig afmelden.

Wij nemen de privacy van persoonsgegevens zeer serieus. Je persoonlijke gegevens worden niet aan derden verkocht of verstrekt zonder dat er door jou toestemming wordt gegeven. Wij verwerken persoonsgegevens alleen voor het doel waarvoor ze zijn verstrekt en in overeenstemming met de Algemene Verordening Gegevens Bescherming (AVG).